Aan de uitkomst was ik ook al gekomen, maar we moesten het oplossen met vgl met 1 onbekende x en ik kan dus uit dat vraagstuk geen vgl met 1 onbekende afleiden.
Ik zou het toch nog graag eens zien hoe het in elkaar zit.Steven
14-2-2005
Vooruit met één onbekende, maar dan wel op dezelfde manier als bij m'n eerste antwoord.
De cijfers van het getal zijn (eerst de tientallen en dan de eenheden):
x en 14 - x
Dan is het eerste getal: 10(x) + (14 - x) = 9x + 14
en het tweede, met verwisseling van de cijfers:
10(14 - x) + (x) = 140 - 9x
zodat
(140 - 9x) = (9x + 14) - 36
18x = 162
x = 9
en dus 14 - x = 5
Getal = 95
En wat we dus gedaan hebben, in vergelijking met de eerste oplossing:
a = x en b = 14 - x
dk
14-2-2005
#34037 - Getallen - 1ste graad ASO-TSO-BSO