We krijgen enkele gegevens en we moeten daarmee een expliciet en recursief voorschrift bepalen. Kunnen jullie mij zeggen hoe ik dat moet doen?
Bijvoorbeeld:
1. t1 = 125 en t3= 5
of
2. t4 = 8/81 en t2 = 2/9
Het gaat over meetkundige rijen. En daar moeten we een expliciet voorschrift en een recursief voorschrift bepalen.
Alvast heel hartelijk bedanktDennis D. R.
16-1-2005
Voor een meetkundige rij geldt:
tn=r·tn-1
Bij het eerste voorbeeld:
t3=r·t2=r·r·t1=r2·t1, dus:
5=r2·125
r2=1/25
r=1/5
Recursief voorschrift: tn=1/5·tn-1, met t0=625
Expliciet voorschrift: tn=(1/5)n·625
Dan kan je tweede zelf wel..
WvR
16-1-2005
#32686 - Rijen en reeksen - 2de graad ASO