In een lab. wil iemand m.b.v een microsc. een vergr. maken van een deeltje met een doorsnede van 0.01 micron,op foto moet het 2cm doorsnee worden.
met welke factor moet het dan vergr. worden?
Ik heb gedaan:0.01micron*0.001 mil.is 0.00001 millimeter dan maal 200000 is 2cm,maar is dat goed?
Kan ik een voorbeeld,b.v een tabel in 4 stap.,krijgen hoe ik dit soort berek. moet maken? event. nog een voorbeeld met welke macht ik verh. b.v *10 *10 enz.?
alvast,bedankt
Mariomario heredia
18-5-2002
Het idee van je aanpak is goed. De manier van opschrijven en het antwoord niet helemaal
Om de doorsnedes van het deeltje goed te kunnen vergelijken is het handig dat beide zijn uitgedrukt in de zelfde maateenheid. Je kunt daar voor nemen micron, cm of een "tussenmaat" millimeter - zoals je doet.
Ik zou zelf beide uitdukken in de kleinste eenheid (micron)
(Dat voorkomt kommagetallen als 0,00001 )
Aanpak:
Doorsnede op de foto:2 cm = 20 mm = 20 0000 micron
(want 1000 micron = 1 mm);
Het deeltje heeft een doorsnede van 0,01 micron;
De vergroting is dus:
20 000 ¸0,01 = 2 000 000 (2 mln) maal
Wanneer veel van dit vragen moet oplossen is het handig een idee te krijgen van de gezochte vergoting.
Wanneer je 1000 maal vergoot wordt een micron een millimeter Daar heb je dus alleen wat aan bij dingen die groter dan een micron zijn (anders kun je nog bijna niets zien)
Wannneer je 1 000 000 (1 miljoen) maal vergroot wordt een micron en meter. Dat is geschikt voor zaken die 0,01 tot 0,1 micron groot zijn. Die worden op de vergroting immers
0,01 tot 0,1 meter, d.w.z 1 cm tot 1 dm en dat is goed te bekijken.
gk
18-5-2002
#3218 - Rekenen - Iets anders