Hoi.
Ik zit met een klein probleem. Ik wil weten welke wiskundigen er allemaal een rol hebben gespeeld bij het vinden van de algemene oplossing van de 2e-graads vergelijking, de 3e-graads vergelijking en de 4e-graads vergelijking.
Alvast bedanktRuud J van der Weide
4-1-2005
Een 30-voud wil zeggen dat n5-n deelbaar moet zijn door 2, 3 en 5. Heb je al aangetoond dat n5-n deelbaar is door 2 en 3?
Zo niet, bedenk: n5-n=n(n4-1)=n(n2+1)(n+1)(n-1)
In deze laatste uitdrukking komen altijd 3 opeenvolgende getallen voor (n-1, n en n+1). Het getal is dan zeker deelbaar door 2 en 3.
Blijft over om aan te tonen dat n5-n ook deelbaar is door 5. Zou dat verder lukken?Zie Quadratic, cubic and quartic equations [http://www-history.mcs.st-and.ac.uk/history/HistTopics/Quadratic_etc_equations.html]
WvR
4-1-2005
#32046 - Geschiedenis - Leerling bovenbouw havo-vwo