Geacht forum,
Ik heb twee functies, f(x)=(1+x)/(1-x) en g(x)=x/(1-x)
Nu wil ik f[g(x)] schrijven, dat wordt dus:
[1+(x/1-x)]/[1-(x/1-x)]
Nu lukt het me niet om dit te vereenvoudigen. Ik ben op de hoogte van de regel voor het vereenvoudigen van breuken (teller en noemer delen door hetzelfde getal mits niet 0), maar ik zit met het '+' en '-' teken in de teller en noemer, hierdoor wordt de breuk niet echt makkelijker als je gaat delen door bijvoorbeeld (x/1-x). Kunt u me stapsgewijs laten zien hoe je iets dergelijks vereenvoudigd? Ik dank u hartelijk!
Groet, J.J.
24-12-2004
Jaap,
Teller en noemer vermenigvuldigen met (1-x).
Teller wordt 1.zal verder wel lukken?
kn
24-12-2004
#31712 - Functies en grafieken - Student universiteit