WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op vrijdag 22 november 2024

Re: Exponentiële vergelijking

oké dan krijg ik 5 tot de 5de . (0.2) tot de macht 3x = 5 tot de macht -2x+1, maar nu kan kan ik niets met die 0,2 tot de macht 3x doen, want nu kan ik die 2 grondtallen van 5 niet laten vallen, of ben ik nu fout aan het redeneren? ik raak hier niet uit, kan je nog een hint/stap geven?
Alvast bedankt!

sandy
5-12-2004

Antwoord

25*(0,2)3x = (0,2)2x-1 geeft eerst na deling 25 = (0,2)-x-1 en daarna 52 = 5x+1

MBL
5-12-2004


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#30886 - Logaritmen - 3de graad ASO