Op een gemeenteplein staan 2 vlaggenstokken en een eik. 1 vlaggenstok meet 4m en de lengte van zijn schaduw is 1,5m.
a) bereken de lengte van de schaduw en de andere vlaggenstok als deze 7m lang is
b) hoe hoog is de eik als zijn schaduw 6m is ?laura
23-11-2004
Alle driehoeken gevormd door het voorwerp en zijn schaduw zijn gelijkvormig. De verhouding (hoogte voorwerp)/(lengte schaduw) is dus voor alle voorwerpen gelijk.
Door de eerste vlaggenstok ken je zelfs de waarde van die verhouding, namelijk 4/1,5=8/3. Voor alle woorwerpen op het gemeenteplein geldt dus
(hoogte voorwerp)/(lengte schaduw) = 8/3
Van de andere voorwerpen is steeds een van beide grootheden gekend, dus met bovenstaand verband kan je daar altijd de andere grootheid uithalen. Ok?
cl
23-11-2004
#30349 - Vlakkemeetkunde - 2de graad ASO