Gegeven:
f(x) = x · sin(10p · x) + 1.0
f'(x) = sin(10p · x) + 10px · cos(10p · x) = 0
Dit is gelijk aan:
tan(10p · x) = -10px
Er zijn voor deze vergelijking oneindig veel oplossingen.
Tot hier is alles duidelijk.
xi = (2i-1) / 20 + ei, voor i = 1, 2,...
x0 = 0
xi = (2i+1) / 20 - ei, voor i = -1, -2,....
ei stelt een reeel nummer voor dat 0 nadert voor
i = 1,2,... en i = -1,-2,....
Hoe zijn ze aan bovenstaande gekomen?
Ik had dit in mijn hoofd (geleerd op de middelbare school):
tan(10p · x) = -10px
tan(10p · x) = tan(tan-1(-10px))
10p · x = tan-1(-10px)) + k·p
x = tan-1(-10px))/10p + k·p/10p
x = tan-1(-10px))/10p + k/10
Robert
19-11-2004
dag Robert,
Op de middelbare school heb je waarschijnlijk alleen vergelijkingen gekregen van de vorm
tan(x) = a
en die los je inderdaad op op de manier die je schetst.
Maar omdat de onbekende x hier zowel in het linkerlid onder de tan-functie, als in het rechterlid voorkomt, werkt die methode niet. Je kunt de x niet vrijmaken.
De gegeven vergelijking kan wel numeriek aangepakt worden.
Het komt in feite neer op de vergelijking
tan(t) = -t
De grafieken van tan(t) en -t in een figuur laten zien, waar de snijpunten zich bevinden: hoe groter t, hoe dichter het snijpunt bij de asymptoot ligt.
Vandaar die ei die naar 0 naderen.
groet,
Anneke
19-11-2004
#30145 - Goniometrie - Student universiteit