Hallo, het antwoord wat ik van u heb gekregen komt niet overeen met het antwoord uit mijn antwoorden lijst in mijn boek.
Gegeven van driekoek ABC:
Hoek B is 90°
Hoek A is 40°
AC is 20
Gevraagd:
De overige hoeken en zijden van driehoek ABC
Antwoord in mijn boek: 50° dit had u wel goed, 12,9 en 15,3
Gegeven van driehoek ABC:
Hoek B is 90°
AC= 4
BC= 3
Gevraagd:
De overige hoeken en zijden van driehoek ABC
Antwoord in mijn boek: 5 en 36,9° en 53.1°
Misschien kunt u me helpen zodat ik het hele hoofdstuk begrijp. (weet niet hoe ze aan de uitkomsten zijn gekomen)
Alvast bedank,
Leroy.
leroy
19-11-2004
Leroy,
De eerste driehoek:er geldtdat hoekA+hoekB+hoekC=180°.
Hieruit bereken je hoekB.
Sin$\angle$A=sin 40°=0verstaande zijde/schuine zijde=
BC/20,zodat BC=20sin40°=12,9.
sin$\angle$B=AB/20,zodat AB=20sin$\angle$B=20sin50°=15,3.
Of.AB2+BC2=AC2,zodat AB2=AC2-BC2=202-12,92=233,59
en AB=√233,59=15,3.
de tweede driehoek:de gegevens die je geeft kloppen niet.Als hoek B=90°,is AC de schuine zijde en dus de grootste.Ik denk dat AB=4 en BC=3 moet zijn of net omgekeerd.Dan is AC2=42+32=25,zodatAC=5.
sin$\angle$A=3/5=0,6 zodat $\angle$A=sin-1 0,6=36,9°.
Hopelijk is alles nu duidelijk.
kn
19-11-2004
#30139 - Goniometrie - Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo