hallo beste wiskundefaq,
ik heb een opdracht opgekregen waar ik niet helemaal uitkom.
5·34·(n+1)+1-22·(n+1)
dit moet deelbaar zijn door 7..
hoe maak ik deze som en wat is de oplossing,
dank ujan Dingemanse
18-11-2004
De genoemde uitdrukking is gelijk aan
1215.81n - 4.4n
en wordt verondersteld deelbaar te zijn door 7. De waarde van n een eenheid verhogen geeft
81 [1215.81n] - 4 [4.4n]
wat te schrijven is als
81 [1215.81n - 4.4n] + 77 [4.4n]
De eerste term is deelbaar door 7 uit de inductiehypothese en de tweede term is deelbaar door 7 vanwege de factor 77.
Nu nog verfieren dat n=1 een getal oplevert dat deelbaar is door 7 en klaar is Kees.
cl
21-11-2004
#30103 - Bewijzen - Leerling mbo