Voor elk goed opgelost vraagstuk geeft de leraar 5 punten en voor elk vraagstuk dat niet juist is trekt hij 3 punten af. Hoeveel vraagstukken heeft hendrik juist opgelost als hij voor 10 vraagstukken 26 punten krijgt.
antwoord :
goed opgelost = X+5 niet goed opgelost x-3
26= (x+5)+ (x-3)
26-5+3=x +x
24=2x
x=24/2
x=12
Het antwoord moet 7 juiste vraagstukken zijn wat doe ik verkeerd.
jj
30-10-2004
Hallo Jelle,
Noem het aantal goed opgeloste vraagstukken x, dan heeft hij (10-x) vraagstukken niet goed opgelost.
Dan moet gelden: 5x + (10-x).-3 = 26
wl
30-10-2004
#29284 - Vergelijkingen - 2de graad ASO