-1 2 -2b) Verzin een vector x die ongelijk is aan de nulvector, waarvoor geldt dat Ax = 0
A= 2 0 1
0 4 -3.c) Verzin een matrix X die ongelijk is aan de nulmatrix, waarvoor geldt dat AX = 0
A * . =0
.. . .
A * . . . =0
. . .Gerwin
26-10-2004
b)
× =
Levert drie vergelijkingen met drie onbekenden:
-a+2b-2c=0
2a+c=0
4b-3c=0
c)
× =
Levert 3 stelsels met steeds 3 vergelijkingen met drie onbekenden (niet echt!). In bovenstaande berekening komt die eerste kolom me toch wel vaag bekend voor... ergens...
Succes!
WvR
27-10-2004
#29132 - Lineaire algebra - Student hbo