Gegeven is de relatie:
P= M²·H
v(M-m)h
a. druk m uit in de overige grootheden.
b. druk h uit in de overige grootheden.
Ik heb geen idee hoe ik dit moet oplossen.
Bijvoorbeeld 6/2=3 als ik dan de 6 verplaats dan wordt het 6=2×3. Zoiets zou het moeten worden aleen dan met(voor mij onbegrijpelijke) letters.mikey
24-10-2004
Een mogelijke aanpak is.... eerst het quotient wergwerken (kruislings vermenenigvuldigen)... haakjes wegwerken... alle termen met m links en alle termen zonder m rechts... kan je m vrijmaken? Zo ja... dan ben je er...
De twee vraag is een stuk makkelijker... dus dat moet je dan zelf maar proberen.
WvR
24-10-2004
#28973 - Formules - Leerling bovenbouw havo-vwo