WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op vrijdag 22 november 2024

Hogeregraadsverglijkingen

ik moet voor wiskunde een praktische opdracht maken over hogeregraadsverglijkingen. als eerst heb ik de formule opgezocht van derdegraadsverglijking, en ik heb een uitstekende uitleg gevonden van P.H Stikker.

alleen in mijn boek staat dat ik derdegraadsverglijking van de vorm x3+6x=8 moet oplossen. bij de uitleg van P.H Stikker staat de vorm ax3+bx2+cx+d=0 uitgelegd. nu is mijn vraag of ik met de zelfde formule ( wat P.H stikker gebruikt ) x3+6x=8 moet oplossen. of heef Cardano meerdere formules voor derdegraadsverglijkingen? of moet ik dit oplossen door in factoren te delen? en hoe kan ik dan elke derdegraadsverglijking opbouwen tot zo'n type?

alvast bedankt

Muhammed
7-9-2004

Antwoord

Met a = 1 en b = 0 en c = 6 en d = -8 kun je toch de Stikker-formule toepassen!?

MBL
7-9-2004


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#27109 - Praktische opdrachten - Leerling bovenbouw havo-vwo