hallo allemaal!
ik heb hier verschillende vraagstukken en omdat ik ze niet kan oplossen vraag ik jullie hulp. Hier komen ze.Zo, dat waren ze. Ik hoop dat jullie mij kunnen helpen.
- De som van een negatief geheel getal en het kwadraat van dit getal is 20. Bepaal dit getal.
- Een rechthoekige tuin is 54 m lang en 42 m breed. Langs de omtrek van de tuin wordt een pad aangelegd dat overal even breed is. Hoe breed is dit pad als er juist 1900 m2 bebouwbare tuin moet overblijven?
- Een schoolreis kost 390 euro. Door ziekte kunnen vier leerlingen niet meegaan. Hierdoor moet elke deelnemer 3,25 euro meer betalen. Hoeveel leerlingen waren er eerst ingeschreven?
Alvast bedanktNathalie Van Empten
31-8-2004
Wat is nu je probleem precies? Hoe je hier aan begint? Eén algemene tip is om de 'onbekende(n)' eens een naam te geven...
TIP1
Noem dat getal x. Er geldt: x+x2=20
Los op en je bent er uit...
TIP2
Maak eventueel even een schetsje... Noem de breedte van het pad x. Dan wordt de 'nieuwe lengte' iets van 54-... en de 'nieuwe breedte' 42-... Er moet dan gelden (54-...)(42-...)=1900
Los op en je bent er uit...
TIP3
Noem het aantal leerlingen dat zich eerst ingeschreven had bijvoorbeeld n en de prijs eerst p.
Er geldt:
n·p=390
(n-4)·(p+3,25)=390
En dan zou je verder moeten kunnen.... toch?
WvR
31-8-2004
#26964 - Vergelijkingen - 2de graad ASO