hallo
Als ik de onderstaande sommen doe krijg k aldoor een negatief getal eruit.
Bereken in elk van de volgende gevallen de discriminant en ga na of de grafieken elkaar snijden, raken of geen gemeenschappelijk punt hebben
A: f(x)=x2+3x+2 en g(x)= 2x-5
B: f(x)=x2+3x+2 en g(x)= 2x+1
C: f(x)=-x2-61/2x-10 en g(x)=11/2x+6
D: f(x)=-x2-61/2x-10 en g(x)=11/2x+10
Alvast bedankt!Diana
18-5-2004
Hallo Diana,
In drie van de vier gevallen heb je gelijk. Alleen C heeft een discriminant = 0.
f(x)=g(x)
-x2-61/2x-10=11/2x+6
-x2-8x-16=0
a=-1 ; b=-8 en c=-16
D=b2-4ac
D=(-8)2-4.-1.-16=0
Dus de parabool en de lijn raken elkaar.
wl
18-5-2004
#24180 - Formules - Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo