Hoe bewijs je het volgende ivm lijnstukken en gelijkvormige figuren?
Als twee rechten uit een punt P, binnen of buiten een cirkel gelegen, deze cirkel snijdt in A en B, respectievelijk in C en D, dan:
|PA|·|PB| = |PC|·|PD|
(macht van een punt t.o.v. een cirkel)Lien
8-5-2004
Hoi Lien
het bewijs steunt op gelijke verhoudingen in gelijkvormige driehoeken.
Je moet het wel opdelen in 3 gevallen.
1) P ligt buiten de cirkel
Verbind A met D en B met C.
$\Delta$PAD ~ $\Delta$PCB (criterium HH).
hoek in P gemeenschappelijk en $\angle$B = $\angle$D (omtrekshoeken op dezelfde boog).
Hopelijk kan je zelf de gelijke verhoudingen van de zijden neerschrijven. Uitrekenen met 'kruisproduct' van evenredigheden en je hebt het.
2) P ligt op de cirkel
Nu is de macht van P tov de cirkel 0. En vermits 0 = 0 Zie je het?
Lijkt me toch nuttig om dit te vermelden.
3) P ligt binnen de cirkel
Trek de koorden [AB] en [CD].
$\Delta$PAB ~ $\Delta$PCD (HH)
overstaande (en dus gelijke) hoeken in P
en $\angle$A = $\angle$D (omtrekshoeken op dezelfde boog).
Ga verder zoals in 1)
Hiermee heb je dan bewezen dat de macht v/e punt tov cirkel onafhankelijk is van de gekozen rechte door P.
Frank
FvE
8-5-2004
#23691 - Vlakkemeetkunde - Student Hoger Onderwijs België