WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op zaterdag 23 november 2024

Insluiting

Bij het volgende moet ik de e en d gebruiken.
Er geldt dat lim a = L en lim b = M
n®¥ n®¥
Bewijs dat dan geldt: lim(a + b) = L + M
n®¥
Hoe kan ik dit op een begrijpelijke manier opschrijven?

Henri Dokter
5-5-2004

Antwoord

Hoi,

Je moet bewijzen dat je bij elke e een N (ipv d) kan vinden zodat als nN, dan dat ook |(a+b)-(L+M)|e.

Welnu omdat lim(a)=L en lim(b)=N voor n®¥,
weten we dat er een N1 en N2 bestaan zodat |a-L|e/2 voor nN1 en ook dat |b-M|e/2 voor nN2.
Voor N=max(N1,N2) en nN, gelden beide ongelijkheden met e,
zodat |(a+b)-(L+M)|=|(a-L)+(b-M)||a-L|+|b-M|e/2+e/2=e. En dat was wat je wou bewijzen.

Groetjes,
Johan

andros
7-5-2004


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#23593 - Limieten - Student hbo