en (1,-1,3) is dan ook een rige? Hoe weet je dan welke riges je moet nemen want je zal er meer hebben dan vier en bij een vlak kan je enkel rekening houden met 3?
(p2-p1) (p3-p1) ?
Wendy
28-3-2004
Ik heb de indruk dat je enkele zaken door elkaar gooit.
Om de vergelijking van een vlak op te stellen heb je nodig:
ofwel twee richtingsvectoren van het (vector)vlak en één punt dat tot het vlak behoort.
Dit is hier het geval: de twee rige's van de twee rechten zijn hier ook rige van het vlak en er is een punt van het vlak gegeven.
ofwel drie punten van het vlak.
Uit deze drie punten kun je dan twee rige's berekenen. En uit de drie gegeven punten neem je een willekeurig punt om de vergelijking op te stellen.
De twee andere punten kun je gebruiken om je vergelijking te controleren, want ze moeten ook tot het vlak behoren; als je ze invult in de vergelijking moet deze kloppen.
LL
28-3-2004
#22126 - Analytische meetkunde - Leerling bovenbouw havo-vwo