WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op vrijdag 22 november 2024

Hoogte van een lijn y=p bepalen met behulp van drie gegeven grafieken

De volgende vraag wilde niet helemaal lukken.

Gegeven zijn de functies:
f(x)= 1/3log(x+3)
g(x)= 2-1/3logx
h(x)=-3+1/3log(x-1)

Van de lijn y=p met -1p0 worden door de grafieken van f, g en h twee lijnstukken met gelijke lengten afgesneden. bereken p in drie decimalen nauwkeurig.

Bedankt,
Jeroen

Jeroen Castricum
28-3-2004

Antwoord

Hallo Jeroen,

Stel het snijpunt van de grafiek g met de lijn y = p is (x,p) dan geldt:

q22100img1.gif

Invullen in (1) geeft een tweedegraadsvergelijking die je grafisch of met de abc-formule kunt oplossen.

x-1,0546 ( valt af) of x0,05463

Dus p = g(0,05463)-0,646

wl
28-3-2004


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#22100 - Functies en grafieken - Leerling bovenbouw havo-vwo