Bij de parametervoorstelling van de torus, werken we met 2 hoeken,(in onze cursus staat: de poolhoek van de straal en de poolhoek van de afstand c (wanneer we de cirkel om een as laten wentelen die zich op een afstand c van het middelpunt van deze cirkel bevindt).
Maar ik kan me eigenlijk deze hoeken niet goed voorstellen... Kunnen jullie mij misschien hierbij helpen?
Alvast héél hard bedankt,
groetjes
CaroCaro
23-3-2004
Bekijk eerst even de twee onderstaande figuren. De bovenste figuur geeft de cirkel weer die moet worden gewenteld om de z-as. De tweede figuur toont die wenteling.
We stellen eerst de parametervoorstelling op van de cirkel. Deze cirkel ligt in het YZ-vlak dus de x-coördinaat van de parametervoorstelling is al nul. Je weet waarschijnlijk wel dat een cirkel in het YZ-vlak met middelpunt in de oorsprong een parametervoorstelling [0,r*cos(q),r*sin(q)] heeft. In ons geval ligt het middelpunt niet in de oorsprong, maar stel in het punt y=a. Dan wordt de parametervoorstelling [0,r*cos(q)+a,r*sin(q)], maw, alle punten van de cirkel met middelpunt in de oorsprong worden met a naar rechts verschoven over de y-as. Je krijgt nu de cirkel die afgebeeld staat op figuur 1. Merk op dat de q op de figuur overeenkomt met de poolhoek van de cirkel indien hij zijn middelpunt in de oorsprong had gehad.
ter herinnering: De parametervoorstelling van de cirkel is
[0,r*cos(q)+a,r*sin(q)] met r de straal van de cirkel, en a de coördinaat van het middelpunt. (q loopt tussen 0 en 2p)
Nu willen we deze parametervoorstelling wentelen om de z-as. Hiervoor bestaat een eenvoudig trucje uit de matrixrekening. Waarschijnlijk kan je wel twee matrices met elkaar vermenigvuldigen.
Om je parametervoorstelling te wentelen om de z-as moet je de parametervoorstelling rechts vermenigvuldigen met de matrix:
(analoog voor wentelingen van krommen om de x as: vermenigvuldig je parametervoorstelling van je kromme met de matrix:
en voor wenteling om de y-as:
f loopt overal tussen nul en 2p om een volledige omwenteling te bekomen (2p=360°)
Werken we de matrixvermenigvuldiging uit (neem de eerste matrix want het is een wenteling om de z-as)
dan bekomen we de parametervoorstelling:
[-sin(f)*(a+r*cos(q)) , cos(f)*(a+r*cos(q)) , r*sin(q)] met 0f2p , 0q2p
Je ziet de hoek f lopen in de tweede figuur.
Dus in deze parametervoorstelling bepaalt q de poolhoek van de cirkel indien zijn middelpunt in de oorsprong had gestaan, en f bepaalt de omwenteling.
(deze hoeken worden in tegenwijzerin gebruikt. Dit is de afspraak voor geöriënteerde hoeken).
Ik hoop dat het een beetje duidelijker geworden is.
Koen Mahieu
km
24-3-2004
#21930 - Analytische meetkunde - Student Hoger Onderwijs België