Hallo,
Waar kan ik de bewijzen vinden voor volgende stellingen:
1) Als X-a een deler is van A(x) dan is a een deler van de constante term ao.
2) Als X-(p/q) een deler is van A(x) dan is p een deler van de constante term ao en q een deler van de coëfficiënt van de term met de hoogste macht an.
Alvast bedankt.Joris Vanhoof
22-3-2004
Beste Joris,
Ik ga er van uit dat A(x) een veelterm is van de vorm anxn + an-1xn-1 + ... + a1x + a0 waarbij ai een geheel getal is.
1) Als x-a een deler is van A(x), dan kunnen we dus schrijven A(x) = (x-a)*B(x). Hierbij is B(x) een veelterm met geheeltallige coëfficiënten, net als A(x), maar dan van graad n-1. Ga je nu haakjes wegwerken in het rechterlid, dan krijgen alle termen van het antwoord een x, behalve het product van -a en b0, de constante term van B(x).
2) Dit lijkt mij in z'n algemeenheid niet juist. We weten dat x-100/100 een deler is van x2-2x+1, maar toch deelt 100 niet 1. Je zult de breuk p/q zo ver mogelijk vereenvoudigd moeten hebben. Vervolgens kun je net zo'n redenering ophouden als bij 1). Neem A(x) = (x-p/q)*B(x), B(x) een veelterm van graad n-1 met geheeltallige coëfficiënten. Maak die redenering eens zelf af. Hint: waarom is bn-1 een veelvoud van q?
Succes.
FvL
23-3-2004
#21890 - Algebra - 2de graad ASO