WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op vrijdag 22 november 2024

Willekeurige driehoeken

In de driehoek abc is 2P = A + B + C ,bewijs dat:

sin a = (2/BC)·√[ P·(P-A)·(P-B)·(P-C)]

ik heb de cos-regel gebruikt en kom zover als

sin2 a = 1-[(B2+C2-A2)/(2BC)]2


raf vermeer
22-3-2004

Antwoord

Beste Raf,

Er zijn twee dingen die je hiervoor kunt gebruiken:

  1. De formule van Heron die zegt dat de oppervlakte van een driehoek gelijk is aan [P·(P-A)·(P-B)·(P-C)].
  2. De oppervlakte van een driehoek is ook gelijk aan 1/2·B·C·sin a (want de basis is bijvoorbeeld B en de hoogte C·sin a).

FvL
22-3-2004


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#21854 - Goniometrie - 3de graad ASO