WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op vrijdag 22 november 2024

Re: Re: Re: Re: Exponentiele groei in de natuur

ik weet wel wat evenredig is en ook wat exponentieel is.

ik weet alleen niet waar deze formules vandaan komen
N(t+1)-N(t)=r·N(t) en deze b·gt+1-b·gt=b·gt·(g-1).

is er geen antwoord met een voorbeeld waarin het aangetoond is dat er exponentiele groei is.
of zijn die formules de antwoorden soms???

rowan
13-3-2004

Antwoord

N(t+1)-N(t) is de toename. Volgens de stelling is de toename evenredig met de populatie op dat moment. De populatie op het tijdstip t is N(t).

Evenredig wil zeggen: TOENAME=r·N(t)

Dus: N(t+1)-N(t)=r·N(t). De rest is een kwestie van tekstverwerken!

Voorbeeld

q21469img1.gif
In de laatste kolom zie je g-1!
De formule is N(t)=0,9·1,2t

Over en sluiten!

WvR
14-3-2004


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#21469 - Functies en grafieken - Leerling bovenbouw havo-vwo