25·23·21·19......·1 kan je korter schrijven laat dat zien.
Zouden jullie mij alsjblieft antwoord kunnen geven op deze vraag. dat antwoord heb ik nogdig om het te snappen.
bij voorbaat dank,Jan
10-3-2004
Er staat dus
1·(1+2)·(1+4)·....·(1+22)·(1+24)=
1·(1+1·2)·(1+2·2)·(1+3·2)·...·(1+11·2)·(1+12·2)
Er zijn verschillende manieren om dit korter te schrijven.
Een hele korte is Õk=012(1+2k)
Een andere mogelijkheid is deze:
(1·2·3·...·25)/(2·4·6....·22·24)=
De noemer van deze breuk kun je schrijven als:
2·1·2·2·2·3·2·4....·2·11·2·12=2^12·12!
We krijgen dan:
(25!/12!)·2^(-12)=(25 nPr 13)·2^(-12)=(25 nCr 12)·13!·2^(-12)
P.S. soms wordt het product van
de even getallen 2·4·6·8·....2n genoteerd als (2n)!! en het product van de oneven getallen 1·3·5·.....·(2n-1) als (2n-1)!! (met een dubbel faculteits-uitroepteken).
In jouw geval levert dat dus (25)!!
hk
10-3-2004
#21335 - Cryptografie - Leerling bovenbouw havo-vwo