WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op zaterdag 23 november 2024

Re: Re: Re: Steekproefomvang klanttevredenheidsonderzoek

Hoi Jadex,

Mijn eerste mail is blijkbaar niet door gekomen dus bij deze nog een keer. De studie die ik volg is facility Management aan de hogeschool INholland te diemen.

Nu zit ik nog wat vraagjes (ja sorry ben een strever en wil ales perfect snappen en goed kunnen uitleggen en verklaren, ben wel heel erg blij met deze ondersteuning anders had ik het niet gered denk ik).
De steekproef die ik nu zal gaan trekken is een disproportonieel gestratifivceerde steekproef.
De verhouding zijn als volgt per vestiging
1= 1045 met n= 200
2= 556 met n= 100
3= 369 met n= 100
4= 649 met n= 100
5= 235 met n= 100
6= 566 met n= 100
7= 240 met n= 100

In welke verhouding moet ik nu mijn enquete verspreiden om n=100 te krijgen?
En vind het gevoelsmatig ook vreemd dat bijvoorbeeld een omvang van 649 een n= 100 heeft en dat 240 dit ook heeft.

Nu nog wat vragen:
Dus voor uitspraak 1 (klanttevredenheid per vestiging) is per vestiging dus de nauwkeurigheid anders?
Hoe vergelijk ik de verschillende vestigingen in een goede verhouding?
Wat is nu precies chi-kwadraat? (heb ik nog nooit gehad op school)
En hoe gaat het herwegen precies in zijn werking om uit spraken te doen over de gehele populatie (hebben wij dus ook nooit gehad)


Sorry dat ik weer zoveel vragen heb, maar kom er toch niet zo makkelijk uit en vind het best vervelend dat mijn onderzoek zo verknipt.
Maakt het voor mij alleen maar lastiger, anders was ik er nu allang uitgeweest met wat ik precies moet doen.
Maar als u mij weer zou kunnen ondersteunen met het beantwoorden van deze vragen ben ik denk al een heel eind op weg.

Met vriendelijke Groet,

Gerard

gerard
8-3-2004

Antwoord

Die 100 is gebaseerd op het feit dat je per vestiging redelijk nauwkerige uitpraken wil hebben. Nu is het zo dat statistisch die 100 op die 240 een iets beter eindresultaat geeft dan die 100 op die 649. Je opmerking is wat dat betreft terecht. Inderdaad kun je daar nog voor corrigeren dus per groep die steekproef nog een beetje aanpassen. Dan krijg je verschillende aantallen op de plaatsten van die 100 maar de vraag is of je dat per geval wil herberekenen. Er grote verschillen zal dat overigens niet opleveren.
Nu is de nauwkeurigheid inderdaad per vestiging een beetje anders 100 op 240 levert een wat betere nauwkeurigheid op als 100 op 649.

Een chi-kwadraat is een toets waarmee het verband tussen twee variabelen kan worden aangetoond. Is er verband tussen leeftijdsklassen en de voorkeur voor een radiozender of is er verband tussen de vestiging en de tevredenheid. Wanneer je met SPSS werkt kun je daar soms aardige dingen mee doen.
Voor deze chi-kwadraat (en bijbehorende) analyses heb je GEEN representatieve steekproef nodig wat betreft vestiging.
Wanneer je met SPSS werkt kun je steekproefverhoudingen vergelijken door te percenteren in een kruistabel.

Tja ik denk dat dit toch wel weer vragen zal oproepen.....

Met vriendelijke groet

JaDeX

jadex
10-3-2004


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#21209 - Steekproeven - Student hbo