Bedankt, door uw hulp is het me gelukt toch een hele reeks oefeningen te kunnen oplossen.
Het is wel de bedoeling dat het geheel in principe in één goniometrisch getal staat hé? (sin, cos, tan of cotan) Want je kan toch niet zomaar zeggen: cosx/sinx=1?
Ik heb enkel nog problemen met de volgende limieten, zou u me opnieuw verder willen helpen?
1)lim x0 [(1-cos3x)/ (x.sin2x)]
2)lim x0 [(sin3x-sinx)/x]
3)lim xa [(sin 2x-sin2a)/x-a]
Zo, dat was het dan weer...Anne
28-2-2004
Dag Anne
Het is niet nodig dat alles herleid wordt naar één goniometrisch getal. Bv. limx-o(sin x.cos x)/x kun je schrijven als limx-0(sin x/x.cos x) = limx-0sin x/x.limx-0cos x = 1.1 = 1
1)Vermenigvuldig teller en noemer met (1 + cos 3x).
In de teller krijg je dan (hoofdformule!) sin23x.
Door nu zowel de teller als de noemer weer te delen door x2, en dan in de teller en de noemer de gepaste correctiefactoren te gebruiken kun je weer de stelling i.v.m. sin x/x toepassen. Met de limx-0(1 + cos 3x) in de noemer heb je geen problemen (cos 0 = 1).
Resultaat : 9/4
2) Splits de breuk in 2 breuken : sin 3x/x en sin x/x.
Resultaat : 2
3) Pas hier in de teller de formule van Simpson toe. Neem nu sin(x-a)/x-a als een geheel en denk eraan dat, als x naar a nadert, x - a naar 0 nadert. De cos(x+a) levert weer geen probleem op.
Resultaat : 2 cos 2a
Opm.
limx-0sin 3x/x= limx-03.sin x/x = 3.limx-0sin x/x = 3.1 = 3 is FOUT.
Juist is : limx-0sin 3x/x= limx-03.sin 3x/3x = 3.lim3x-0sin 3x/3x = 3.1 = 3
LL
28-2-2004
#20794 - Lineaire algebra - 3de graad ASO