Dat het paralellenpsotulaat een axioma is, dus dat je maar moet aannemen dat het zo is, zonder uitgebreide te geven weet ik, alleen ik moet het axioma wel begrijpen. En dat lukt me niet dus wat houdt dit postulaqat nu eigenlijk in. Uit literaire werken krijg ik het volgende:
Als twee rechte lijnen in een vlak een andere lijn snijden en de som van
de binnenhoeken aan een kant minder is dan de twee rechte hoeken, dan
zullen de rechte hoeken elkaar snijden als ze voldoende verlengd
worden naar de zijde waar de hoekensom minder dan twee rechte
hoeken is. Ook wel beschreven als: Door een gegeven punt buiten een rechte lijn gaat precies één rechte die evenwijdig is aan de lijn.Sorry maar ik vind dit ni echt duidelijk
Joris
22-2-2004
Laat de eerste formulering maar even buiten beschouwing.
Misschien helpt het je om jezelf de laatste formulering te stellen als vraag:
Teken een rechte lijn. Teken ergens naast deze lijn een willekeurig punt. Hoeveel lijnen kun je nu door dit punt tekenen die ieder evenwijdig zijn aan de genoemde lijn?
Welke conclusie kun je trekken uit je antwoord?
Succes!
KLY
23-2-2004
#20547 - Bewijzen - Leerling bovenbouw havo-vwo