Oei ja ik zie het , t spijt me
De opgave moet zijn ;
I1,I2,I3 stellen de inhouden voor die ontstaan door het wentelen van een rechthoekige driehoek om de schuine zijde en de rechthoekszijden. BEWIJS ; 1/I21 = 1/I22=1/I23.
Sorry ...
(en bedankt.)
Naïl
19-2-2004
Dag Naïl,
Het is nog iets anders; het volgende moet je bewijzen (let op het + teken)
1/I12 + 1/I22 = 1/I32
Je snapt waarschijnlijk wel dat a·b = c·h (tweemaal de oppervlakte van Dabc)
Dus h = a·b/c
Verder is
1/I12 = 3/(p2·a4·b2)
1/I22 = 3/(p2·a2·b4)
1/I32 = 3/(p2·c2·h4) = 3·c2/(p2·a4·b4)
Breng nu alle drie termen op dezelfde noemer, en het enige dat je dan nog moet aantonen is: b2 + a2 = c2.
Dat moet lukken, toch?
Anneke
20-2-2004
#20501 - Oppervlakte en inhoud - 3de graad ASO