WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op zondag 24 november 2024

Hellingfunctie

De volgende hellingfunctie is gegeven: linear -1,-1 ; 1,0 ; 2,1/2 ; 3,1 enz. (alleen een tekening dus)
Ik moet nu twee grafieken tekenen van twee functies, die deze functie als hellingfunctie hebben.
Ook moet ik het verband tussen deze functies beschrijven.
Wat moet ik allemaal doen om dit goed op te lossen en waarmee moet ik beginnen?

Margriet Hopman
11-2-2004

Antwoord

Hallo Margriet,

Als de grafiek van de hellingfunctie een rechte lijn is (niet evenwijdig aan de x-as of de y-as) dan is de functie zelf een parabool. In dit geval is links van x = 1 de hellingsfunctie negatief en rechts van x = 1 positief. De functie is dan links van x = 1 dalend en rechts van x = 1 stijgend. De grafiek van de functie is dus een dalparabool met de top op de lijn x = 1. De y-coördinaat van de top doet er niet toe.

wl
11-2-2004


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#20134 - Functies en grafieken - Leerling bovenbouw havo-vwo