Hoe kan je deze oplossen?
X + Y + Z = 1
2X + 4Y + Z = 6
4X - 3Y + 2Z = 10
twee vergelijkeing oplossen dat gaat wel maar 3, ja met je grm maar dan snap je het idee erachter niet.
dus daarom stel ik deze vraagPeter verweij
21-1-2004
Als je vergelijking nummer 2 eerst verdubbelt en daarna nummer 3 er vanaf trekt, krijg je 11Y = 2 zodat je de Y meteen hebt.
Als je de eerste en tweede vergelijkingen van elkaar aftrekt, krijg je -X - 3Y = -5. Y weet je al, dus X is nu ook bekend. X en Y vul je nu in een van de drie vergelijkingen in en Z maakt zich ook bekend.
MBL
21-1-2004
#19270 - Vergelijkingen - Leerling mbo