Een treinstelsel remt iets te laat af, waardoor het stootblok 20 cm wordt ingedrukt. De buffers van het stootblok hebben een veerconstante 4x106 N/m
Bepaal bij hoeveel cm het stootblok 2 keer zoveel energie kan opnemen als bij 20 cmHendrik Kingma
14-1-2004
Hoi,
Je kan het stootblok dus zien als een veer met k=4.106N/m.
We zetten het stootblok in de oorsprong. Bij een indrukking over een afstand x (in m) krijg je dus een veerkracht van F=k.x (in absolute waarde).
Om de veer over een afstand d uit te rekken is een arbeid W=int(F.dx,x=0..d)=k.d2/2.
Om W 2 keer zo groot te maken, moet d dus √2 keer zo groot zijn. Bemerk dat de specifieke waarde van k hierbij eigenlijk geen enkele rol speelt.
Groetjes,
Johan
andros
14-1-2004
#18858 - Integreren - Leerling bovenbouw havo-vwo