Bedankt ,maar ik begrijp nog 1 ding niet.
Ik vroeg hoe ik Bgtg(2-Ö3) kon berekenen (ZOnder GRM) . . . EN ik krijg als antwoord OM tg (p/3 - p/4) te berekenen... IK BEGRIJP ECHTER NIET WAAROM IK DIT MOET DOEN. Ze zijn toch niet gelijk. Ik heb geen verband kunnen vinden. Kan iemand me helpen WAT IK MOET DOEN? (ik heb morgen toets)
Hartelijk bedankt.Naïl
11-1-2004
Als je met de formule van tan(a-b) de gevraagde tangens uitrekent, dan zul je zien dat daar 2-Ö3 uitkomt.
enz...
Dat betekent dus, dat bgtan(2-Ö3) = p/12.
Ik snap wel dat je niet begrijpt waarom je deze tangens moet uitrekenen, want hij komt zomaar uit de lucht vallen.
Ik zal eerlijk vertellen hoe ik op het idee gekomen ben:
Met de GRM (jawel) heb ik bgtan(2-Ö3) uitgerekend, en dit getal met p vermenigvuldigd, en daar kwam uit: 0.0833333, en dit is gelijk aan 1/12, dus ik wist dat er 1/12p uit moest komen.
Toen was de stap naar p/3-p/4 niet moeilijk meer.
succes met je toets.
Anneke
12-1-2004
#18695 - Goniometrie - 3de graad ASO