hi , even een vraagje!
E={a,b,c}
en f: P(E) ------ P(E)
f(A)= het complement van A
hierbij is A een deelverzameling van de verzameling E.
en P(E) is verzamelingen van deelverzamelingen van E.
toon aan dat de afbeelding f bijectief is van P(E) naar
P(E) en bepaal de 'tegengestelde afbeelding'.
het probleem is, hoe moet nu beginnen,
alvast gelukkig nieuwjaarVerzameler
31-12-2003
Je wilt aantonen dat f bijectief is, ofwel: bij elke deelverzameling A hoort precies één f(A), en bij elke f(A) hoort precies één A.
Het zal duidelijk zijn dat elke deelverzameling van E precies één complement heeft. Je zou in dit geval zelfs alle deelverzamelingen kunnen opschrijven, en alle complementen daarvan.enzovoort dus.
A f(A) {} E {a} {b,c} {b} {a,c} {c} {a,b} {a,b} {c} ... ... ... ...
Verder is eigenlijk ook direct duidelijk dat bij elk 'complement' ook precies één aanvullende verzameling hoort. Dus: als f(A) = f(B), dan moet A=B. Immers: twee verschillende deelverzamelingen van E kunnen niet hetzelfde complement hebben.
Snap je nu ook wat de 'tegengestelde afbeelding' van f is?
succes,
groet
Anneke
31-12-2003
#18080 - Verzamelingen - Student hbo