deze moet ik vereenvoudigen:
2$\pi$·√L/g
_______
L/g2
het antwoordenboek geeft :
2$\pi$·g·√g/L
en ik heb geen idee hoe ze er aan komen
help help aub
bij voorbaad danksjon
23-12-2003
Er zijn twee rekenregels die hierbij van pas komen.
De eerste luidt:
delen door een breuk is vermenigvuldigen met het omgekeerde.
Dus: delen door L/g2 is vermenigvuldigen met g2/L
De tweede regel luidt:
vermenigvuldigen buiten de wortel is vermenigvuldigen met het kwadraat onder de wortel.
Dus:
(g/L)√(L/g) = √((g2/L2)·(L/g)) = √(g/L)
Als je dit moeilijk vindt, doe je er goed aan om veel te oefenen met breuken, eerst gewoon met getallen, en later met variabelen.
succes.
Anneke
23-12-2003
#17903 - Formules - Student hbo