Ik moet 2 stelsels vergelijkingen maken maar ik kom er niet uit.
1. Van 9.8kg melk kan je 1kg kaas maken.
Van 22.5 kg melk kan je 1 kg boter maken.
Er is 1000 kg melk in voorraad.
De boerin weet uit ervaring dat je twee keer zoveel boter als kaas kunt verkopen.
Vraag: Hoeveel kg kaas en hoeveel kg boter maakt de boerin.
2. Van een rechthoek is de opp 200 cm2 en de omtrek 90 cm.
Noem de lengte l en de breedte b. Stel twee vergelijkingen met twee onbekenden op waaraan l en b moeten voldoen en bereken de oplossingen van dit stelsel
hartelijk bedankt
suzanne
suzanne
19-12-2003
Beste Suzanne,
Laat ik me nu eens beperken tot de eerste vraag.
De vraag is naar het aantal kg kaas resp. boter. Noem deze bijvoorbeeld K en B.
Uit de gegevens weet je dat
9.8K + 22.5B = 1000
B = 2K
en klaar is uw stelsel. En nu oplossen maar.
FvL
19-12-2003
#17811 - Formules - Leerling bovenbouw havo-vwo