Beste,
ik heb een vraag i.v.m. logaritmen. Gegeven is een bewijs, nu mzou ik graag kijken of dit bewijs klopt. Anders gezegd: ik wil het linker -of rechterlid omvormen to ik het andere lid krijg.
a^log(x) . b^log(x) + b^log(x) . c^log(x) + c^log(x) . a^log(x) = (a^log(x) . b^log(x) . c^log(x)) / (abc)^log(x)Bart Dewulf
22-11-2003
Hallo,
Het is het eenvoudigst om van het linkerlid naar het rechterlid te gaan.
Ik hoop dat dit je vergelijking is:
alog(x)·blog(x) + blog(x)·clog(x) + clog(x)·alog(x) = alog(x)·blog(x)·clog(x)/abclog(x)
en niet
alog(x)·blog(x) + blog(x)·clog(x) + clog(x)·alog(x) = alog(x)·blog(x)·clog(x)/abclog(x)
Schrijf eerst alles als een xlog
Je weet dat alog(x) = xlog(x)/xlog(a) = 1/xlog(a)
Passen we dit toe op heel het linkerlid, dan krijgen we:
1 / (xlog(a)·xlog(b)) + 1/(xlog(b)·xlog(c)) + 1/(xlog(a)·xlog(c))
Nu alles op gelijke noemers zetten:
xlog(c) + xlog(a) + xlog(b) / xlog(a)·xlog(b)·xlog(c)
= xlog(abc)/xlog(a)xlog(b)xlog(c)
Schrijf nu de teller als een abclog en de noemer als een alog (respectievelijk b en c) zodat je het rechterlid bekomt.
Groetjes,
Koen
23-11-2003
#16514 - Logaritmen - Overige TSO-BSO