In een enquete over sportbeoefening, gehouden in klas V4A, moesten de leerlingen onder andere invullen welke sport(en) ze beoefenen. Dit leverde deze resultaten op:
voetballen - 16 leerlingen
tafeltennis - 10 leerlingen
fitness - 12 leertlingen
tafeltennis en voetbal - 5 leerlingen
voetbal en fitness - 5 leerlingen
tafeltennis en fitness - 7 leerlingen
Verwerk de gegevens in een Venn-diagram. Hier kwam ik niet uit, mijn cirkeldiagram kwam totaal niet overeen met het goede antwoord. Zou u mij kunnen uitleggen hoe het wél moet ?B.
8-11-2003
Op 8. Tellen met een Venn-diagram staat een ander voorbeeld.
In je voorbeeld... staat niet hoeveel leerlingen alle drie de sporten doen. Hierdoor ligt het aantal niet vast... of is er misschien niemand die zowel voetballen, tafeltennis en fitness doet?
Maar dat kan natuurlijk niet! Misschien dat er een leerling is die alle drie de sporten doet:
O nee, dat kan helemaal niet! Misschien zijn er wel 2 leerlingen met 3 sporten:
Nou, dat zou kunnen... en met 3 leerlingen met 3 sporten kan het ook:
Enz... kortom, het ligt niet vast! Weet je zeker dat je niet nog een gegeven vergeten bent?
In de opgave van het boek is men een gegeven vergeten...
WvR
8-11-2003
#15945 - Kansrekenen - Leerling bovenbouw havo-vwo