Allereerst bedankt voor het antwoord maar het is mij niet duidelijk hoe u eerste oplossingsredenering in elkaar zit.
"17(8)is gelijk aan 7(10)+ 1(10).8(10), dus 15(10)"
Verder snap ik dus u vergelijking ook niet behalve dan het feit dat 15(10)2= 225(10)
Alvast bedankt
TimTim
7-10-2003
Het getal 523 in het tientallig stelsel betekent:
(3 keer 1) + (2 keer 10) + (5 keer 100)
ofwel:
(3 keer 100) + (2 keer 101) + (5 keer 102)
Het getal 523 in het achttallig stelsel betekent:
(3 keer 80) + (2 keer 81) + (5 keer 82), dus 3 + 2·8 + 5·64 = 339 in het tientallig stelsel.
Kijk nu nog eens naar het uitgewerkte voorbeeld. Snap je het dan?
Kijk ook nog eens op Talstelsels
Anneke
8-10-2003
#14981 - Getallen - 2de graad ASO