In een klas van 32 leerlingen zijn 18 leerlingen lid van een sportvereniging. In deze klas bespelen 12 leerlingen een muziekinstrument. Er zijn 10 leerlingen die geen muziekinstrument bespelen en ook niet lid zijn van een sportvereniging. Zoek eens uit hoeveel leerlingen een muziekinstrument bespelen en bovendien lid zijn van een sportvereniging.heb ik niet
26-9-2003
Op de tekening is alles in principe duidelijk te zien en kan je het antwoord vinden door redenering. Zoniet gebruik je de verzamelingenleer.
Noem de grote verzameling "Klas", de rode "muziek" en de blauwe "sport" . Het aantal elementen in het gearceerde deel = 10.
We zoeken: #(sportÇmuziek)
we hebben #klas, #sport, #muziek
en #(klas\(sportÈmuziek))
Nu:
#sport + #muziek - #(sportÇmuziek) = #klas - #(klas\(sportÈmuziek))
enkel #(sportÇmuziek) is hierin onbekend en dus:
#(sportÇmuziek)=#sport + #muziek -#klas + #(klas\(sportÈmuziek))
=18+12-32+10=8
Dus er zijn 8 leerlingen die lid zijn van een sportvereniging én een muziekinstrument bespelen.
Koen Mahieu
km
26-9-2003
#14644 - Kansrekenen - Leerling bovenbouw havo-vwo