In een fabriekshal wordt 1 product voortgebracht met een kostprijs van €150,- . De winstopslag is 16 2/3% van de kostprijs. Op 1 januari 2001 bedroeg de voorraad 6.000 stuks, terwijl op 31 december 2001 2000 eenheden product aanwezig waren. De productie en de afzet zijn gelijkmatig over 2001 verdeeld. In 2001 bedroeg de omzet ( excl. btw ) € 3.500.000,-. In de fabriekshal waar dit product wordt gemaakt, waren in 2001 gemiddeld acht arbeiders werkzaam.
Dit opgave begrijp ik niet zo goed. Ik moet op drie manieren de omzetsnelheid berekenen. Hoe kan ik hier uitkomen ?Selinna
18-8-2003
De omzetsnelheid is per definitie: omzet/gemiddelde voorraad
Dat kan op twee manieren: met behulp van inkoopcijfers of met behulp van verkoopcijfers.
Een derde mogelijkheid is om alles terug te rekenen naar aantallen.
1)
Met behulp van inkoopwaarde:
Gemiddelde voorraad (inkoopwaarde) = 4000·150=600.000
Totale omzet (verkoopwaarde) = 3.500.000 dit is inclusief winstopslag ! dus komt dit overeen met 1162/3%. Exclusief winstoplag wordt dit dan 3.000.000 (inkoopwaarde)
Omloopsnelheid is nu 3.000.000/600.000 is 5x
2)
Met behulp van verkoopwaarde:
Gemiddelde voorraad (verkoopwaarde) = 4000·150·1162/3%=700.000
Totale omzet (verkoopwaarde) = 3.500.000
Omloopsnelheid is nu 3.500.000/700.000 is 5x
3)
Met behulp van aantallen:
Omzet is 3.500.000 (verkoopwaarde) is 3.000.000 inkoopwaarde. Dit betekent dus 3.000.000/150 = 20.000 stuks verkoop in een jaar.
Gemiddelde voorraad bedraagt 4.000 stuks. Dus omzetsnelheid = 20.000/4.000 is 5x
Met vriendelijke groet
JaDeX
jadex
18-8-2003
#13517 - Wiskunde en economie - Leerling mbo