Hoi ik moet voor wiskunde een praktische opdracht maken en die moet heeeel goed zijn anders ga ik nie over! ik snap der alleen vrij weinig van dus ik zou graag wat meer info willen over De Meré. de vraag die ik in mijn praktische opdracht moet beantwoorden is: hoe hebben blaise pascal en pierre de fermat het probleem van De Meré (minstens 1x dubbel 6 gooien bij 24 worpen = 2/3. 1 worp met 2 dobbelstenen is P(dubbel 6)=1/36 dus bij 24 worpen is de kans op minstens 1x dubbel 6 24/36) opgelost???
alvast bedankt voor de hulp!
xxx ikkuhikkuh
19-6-2003
Je schrijft dat de kans op dubbelzes 1/36 is. Akkoord, maar is de kans bij 24 worpen dan echt 24/36? Wat zou er dan uitkomen als je bijvoorbeeld 40 keer gooit? Inderdaad, dan zou je volgens jou boven de 1 uitkomen. Dat is natuurlijk onzin.
P(minstens 1 keer dubbelzes) = 1 - P(nul keer dubbelzes) = 1 - (35/36)24
De Meré dacht dat hij een winstkans had die boven de 50 % lag en dús moest hij op den duur schatrijk worden. Die gedachte baseerde hij op lange reeksen van waarnemingen van het spel dat hij speelde. Hij bleek echter als maar armer te worden. Hij dacht daarmee een kloof te hebben ontdekt tussen theorie en praktijk en meldde zich met deze ontdekking bij de twee genoemde wiskundigen. Helaas voor hem konden zij al snel berekenen dat de winstkans in feite net ónder de 50 % lag, zodat het verliezen in overstemming was met de theorie.
MBL
19-6-2003
#12637 - Kansrekenen - Leerling bovenbouw havo-vwo