iemand krijgt een uitkering van ? 4.000,- per half jaar. De termijnen
vervallen aan het eind van elk halfjaar, voor het eerst op 30 juni 2000.
De looptijd van de uitkering bedraagt 5 jaar.
Hoe moet ik hier de contante waarde berekenen op 1 januari 1998 uitgaande van een samengestelde interest ?
Melissa Bezem
2-6-2003
Beste Melissa,
Ik begrijp nog steeds de vraag niet helemaal. Ik zal het dan oplossen zoals ik denk dat het is. Desnoods kan je zelf enkele aanpassingen doen, of laten weten wat het dan wel moet zijn.
Er zijn 10 halfjaarlijkse uitkeringen (gedurende 5 jaar), waarvan de eerste plaatsvindt op 30 juni 2000. De periode 1 januari 1998 tot 30 juni 2000 wordt er niets uitgekeerd en ontstaat er enkel rente op het uitstaande bedragZie ik het zo juist? Anders laat je het maar weten.
- waarde op 30 juni 2000 =
met M = 4.000
n = 5 jaar
p = halfjaarlijks intrestpercentage (niet gekend)
= (√1 + jaarlijkse intrest) - 1- contante waarde op 1 januari 1998 = waarde 30 juni 2000 / (1 + p)5
Groetjes,
Tom
tg
3-6-2003
#11943 - Wiskunde en economie - Leerling mbo