Ik heb een vraag in mijn boek en in mijn toets gehad. Maar zelfs met de antwoorden uit het boek weet ik niet hoe je er aan komt.
De opdracht:
Gegeven is de functie A(t)=15 e ^-t/2
met: t in jaren
A in grammen
a. bereken de halveringstijd.
b. Verander de functie in de vorm A(t)=a*(1/2)^t/b
met: t in jaren
A in grammen
Hoe groot zijn a en b dan?
Alvast bedankt,
MarlousMarlous
19-5-2003
Even voor de duidelijkheid: ik lees jouw formule als:
A(t)=15·e^(-t/2).
Je wilt de halveringstijd weten.
Dat betekent dat je het tijdstip t wilt weten waarop
A(t)=1/2A(0)
Dat komt er op neer, dat e^(-t/2)=1/2
ofwel -t/2=ln(1/2), dus t=2·ln(2) (bedenk dat -ln(1/2) = ln(2)
De halveringstijd is dus 2·ln(2), ongeveer 1.386 jaar.
Merk ook op, dat het getal 15 geen enkele rol speelt.
Nu de tweede vraag:
Je moet het getal e zien te schrijven als (1/2)^x
dus:
e = (1/2)^x
ln(e) = ln((1/2)^x)
1 = x·ln(1/2) = -x·ln(2)
dus x = -1/ln(2)
A(t) = 15·e^(-t/2)
= 15·((1/2)^x)^(-t/2)
= 15·(1/2)^(x·(-t/2))
= 15·(1/2)^((-1/ln(2))·(-t/2))
= 15·(1/2)^(t/2·ln(2)))
waaruit volgt, dat a=15, en b=2·ln(2)
Komt dat je bekend voor? Die b is dus precies de halveringstijd.
groet,
Anneke
19-5-2003
#11286 - Functies en grafieken - Leerling mbo