Ik heb van de complementregel een formule gekregen namelijk:
P(X $\geq$ 4) = 1-P(X is $\leq$ 3)
ik snap hier niks van :(......
wat betekent dit? Ik snap de uitleg op jullie site alleen wel.....Annet
9-5-2003
De complementregel in de kansrekening zegt dat de kansen van twee disjuncte verzamelingen die samen de gehele kansruimte omvatten samen 1 zijn.
disjunct betekent dat er geen overlap is.
kansruimte is al datgeen dat mogelijk is.
Een andere manier om dit te zeggen is P(A)=1-P(niet-A).
en voor jouw voorbeeld P(X$\geq$4)=1-P(X$<$4) omdat alle getallen op te delen zijn in een verzameling (groter/gelijk 4) en een verzameling (kleiner dan 4).
Maar bij jou staat er: P(X$\geq$4)=1-P(X$\leq$3).
Blijkbaar geldt dus: P(X$<$4)=P(X$\leq$3)
maar ook geldt: P(X$<$4)=P(X$\leq$3)+P(3$<$X$\leq$4).
Dus: P(3$<$X$\leq$4)=0 en hierdoor vermoed ik dat jij bezig bent een geheeltallig probleem te beschouwen.
Snap je ook mijn redenering?
laat het even weten anders, dan probeer ik het op een andere manier, want ik ben erg technisch geweest in de bovenstaande uitleg...
MvdH
9-5-2003
#10811 - Kansrekenen - Leerling bovenbouw havo-vwo