Okay, stel je hebt een cirkel met een omtrek van 25 (cm bijvoorbeeld). Deze cirkel vergroot je met X, dus de omtrek van de cirkel wordt 25+x (nogal logisch). Nu wordt het iets lastiger uitleggen.
De lengte x bevindt zich aan de bovenkant van de circel.
Er komt een horizontale lijn door de circel heen, die zich dus op de hoogte van waar x ophoudt en begint bevindt.
Het gaat nu om de oppervlakte van de 'afgeknotte' cirkel.
hmm.. ik hoop dat het werkt maar dit plaatje zou het ongeveer moeten weergeven:
Jonathan
7-5-2003
De oppervlakte S van de afgeknotte cirkel kan geschreven worden als (zie figuur)
S = Opp(cirkel) - Opp(sector) + Opp(driehoek)
Opp(cirkel) = pR2
Opp(sector) = aR2
Opp(driehoek) = y·h = R sin(a) R cos(a) = (R2/2) sin(2a)
Combineren we dat met de relaties (waarin L de originele omtrek voorstelt, dus L=25 in jouw voorbeeld)
R = (L+x)/(2p)
a = x/(2R)
dan krijgen we uiteindelijk
S(x) = (L+x)/(8p2)·[2pL + (L+x)·sin((2px)/(L+x))]
Merk op dat, zoals verwacht,
S(0) = L2/(4p) = pR(0)2 (afgeknot = volledig)
S(L) = L2/(2p) = pR(L)2/2 (afgeknot = volledig/2)
S(¥) = 0
Je kan aantonen dat de waarde S(L) het maximum is van S(x). Hieronder zie je de grafiek van S(x) voor het geval L=25 (de grafieken voor andere waarden van L zijn hier gelijkvormig mee).
Let wel, het maximum is hier niet 100, maar wel
625/(2p) = 99,47183941 :-)
cl
7-5-2003
#10649 - Oppervlakte en inhoud - Cursist vavo