Heel erg bedankt voor uw hulp ik snap het nu veel beter! Maar helaas snap ik dat combineren nog niet helemaal.
Je hebt f(x)=(x-2)2 en je hebt f(x)=x2-3
Hoe wordt dit dan f(x)=x2+2x-6 ??
Is dan die 2 x-en =+2x en -2·-3=-6?Yrrab Groen
4-5-2003
Ik ben begonnen met twee keer de functie f(x)=x2 te nemen, bij translatie over (2,0) verandert dat in f(x)=(x-2)2.
Dus betekent dat dat ik bij translatie over (2,0) in het functievoorschift x moet vervangen door (x-2). Verder doe ik daar niets mee. Het is alleen om even met een makkelijk voorbeeld te zien wat er in het functievoorschrift verandert.
Als ik translatie over (0,-3) uitvoer verschuif ik de grafiek gewoon 3 omlaag. In het functievoorschrift betekent dat -3.
Nu passen we deze wetenschap toe op een ANDERE functie (het mag zo met ELKE functie):
f(x)=x2+2x-6 transleren over T(2,-3)
Twee naar rechts verschuiven (T(2,0)) betekent dus altijd: vervang x door (x-2) in het functievoorschift ®
f1(x)=(x-2)2+2(x-2)-6. (het eerste voorbeeld heb ik alleen gebruikt om uit te vissen wat ik dan moet doen)
Nu drie naar beneden schuiven (T(0,-3)) betekent dus altijd -3 in het functievoorschrift erbij zetten: f2(x)=(x-2)2+2(x-2)-6 -3
Zo werkt dat dus.
Met vriendelijke groet
JaDeX
jadex
4-5-2003
#10537 - Functies en grafieken - Leerling mbo