8. Tellen met een Venn-diagram
Aan 140 leerlingen is gevraagd hoe ze naar school komen. Er kwamen er 78 met de fiets, 50 met de trein en 28 met de bus. verder blijkt dat 6 leerlingen met de fiets en de trein komen, 18 leerlingen met de trein en de bus en 8 met de bus en de fiets. Geen enkele leerling gebruikt de trein, bus en fiets.
-
Verwerk de gegevens in een Venndiagram.
-
Hoeveel leerlingen nemen alleen de fiets.
-
Hoeveel leerlingen komen op een andere manier naar school dan met de drie genoemde vervoersmiddelen?
Antwoord
-
.
-
64
-
16
Uitleg: vul eerst de 6, 18 en 8 leerlingen in de doorsneden $f\cap b$, $t\cap b$ en $f\cap t$ (en de 0 voor de doorsnede van f, b en t). Vul vervolgens 'wat er over blijft van de 78, 50 en 28 in. Totaal ontbreken er nog 16 leerlingen! Die kan je buiten de 3 cirkels zetten.
Oefening
"On a 100 question test, 60 questions involve algebra and 20 questions are difficult. If 8 of the difficult questions involve algebra, how many of the questions that are not difficult do not involve algebra?"
Terug
Home